Marlou Karens

3 min.

Stel: een ondernemer komt bij u als financieel adviseur. Hij heeft een eenmanszaak en spaart zelf voor zijn pensioen. U adviseert hem om dit pensioenpotje niet op een bankrekening in Nederland te laten staan, maar op een bankrekening in Italië, vanwege de hogere rente daar.

De ondernemer opent, op uw advies, een rekening in Italië op zijn eigen naam, dus niet op de naam van zijn onderneming. De ondernemer komt verder niet aan het geld op deze rekening; hij stort alleen af en toe geld bij dat hij in zijn onderneming niet nodig heeft, om zo een spaarpot voor later te vormen.

Een aantal jaar later belandt hij helaas in een echtscheiding. Hij heeft huwelijkse voorwaarden opgemaakt voordat hij ging trouwen, met een finaal verrekenbeding. Een finaal verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden is een afspraak waarbij het vermogen dat tijdens het huwelijk wordt opgebouwd, pas bij echtscheiding of overlijden wordt verdeeld tussen de echtgenoten. De ondernemer en zijn vrouw hebben afgesproken dat het ondernemingsvermogen buiten de verrekening blijft. De vraag rijst nu: is het geld op de bankrekening in Italië ondernemingsvermogen of privévermogen? Immers, als dit ondernemingsvermogen is, blijft het volledig van de ondernemer, is het privé vermogen geworden, dan moet het bij helfte verrekend worden.

Recent deed de rechtbank Midden-Nederland in een vergelijkbare zaak een uitspraak. In deze zaak oordeelde de rechtbank dat, omdat de rekening niet op naam van de onderneming stond, het geld op de buitenlandse rekening als privévermogen werd aangemerkt. De ondernemer moest de helft van dit vermogen aan de ex-partner vergoeden, ondanks het feit dat de huwelijkse voorwaarden het ondernemingsvermogen uitsloten van de verdeling.

Is de tenaamstelling van een rekening echt zo doorslaggevend?

In dit geval lijkt het antwoord op die vraag ja, maar het is niet zo zwart-wit. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde in 2022 namelijk dat de tenaamstelling van een bankrekening slechts de verhouding tussen de bank en de rekeninghouder(s) regelt. Dit betekent dat de tenaamstelling aangeeft wie over het saldo van de rekening kan beschikken, maar het zegt niets over wie daadwerkelijk gerechtigd is tot het saldo.

Met andere woorden: de tenaamstelling van een rekening is in principe niet doorslaggevend voor de vraag of het geld privé- of ondernemingsvermogen is. Het kan dus goed zijn dat de ondernemer in hoger beroep meer kans maakt om alsnog in het gelijk te worden gesteld, omdat de rechtbank wellicht de tenaamstelling van de rekening ten onrechte richtinggevend heeft laten zijn in de discussie.

Wat kunnen we hieruit concluderen?

Als financieel adviseur is het van belang om ondernemers goed te adviseren over de tenaamstelling van hun zakelijke rekeningen. Rekeningen die gekoppeld zijn aan de onderneming, moeten idealiter ook op naam van de onderneming staan. Dit voorkomt situaties zoals hierboven beschreven.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises bij deze publicatie