Catia Luis Fula

3 min.

Het komt voor dat er tijdens of na een echtscheiding twijfels ontstaan over het biologisch ouderschap. Een vader die zich afvraagt of hij de biologische ouder is van zijn kind, kan de wens hebben om een DNA-test te laten afnemen.

Als zijn ex-partner hier niet mee instemt, welke mogelijkheden heeft een vader dan? Heeft een vader het recht om een DNA-onderzoek af te dwingen? Een recente uitspraak van het gerechtshof Amsterdam geeft  duidelijkheid.

Twijfel over vaderschap

In deze zaak was de man jarenlang getrouwd met de moeder van de kinderen. Pas na de scheiding kreeg hij via een bekende van de moeder te horen dat hij mogelijk niet de biologische vader was. Omdat de vader hierover zekerheid wilde, startte hij een juridische procedure om een DNA-test af te dwingen en – indien hij niet de biologische vader bleek te zijn – het vaderschap te laten ontkennen.

De rechtbank wees zijn verzoek af. De man ging in hoger beroep, maar ook het hof wees zijn verzoek af.

Wanneer kan een DNA-test worden afgedwongen?

Volgens de wet (artikel 1:200 BW) kan een vader het juridisch vaderschap ontkennen als hij kan aantonen dat hij niet de biologische vader is. Maar dat betekent niet dat een vermoeden alleen al voldoende is om een DNA-test af te dwingen. Het hof benadrukte dat er concrete aanwijzingen moeten zijn die twijfel aan het vaderschap rechtvaardigen. In deze zaak had de vader enkel een vaag gerucht gehoord en kon hij geen ander bewijs aanvoeren. Hij kon daarbij niet zeggen wie de informatie had verstrekt of wanneer precies hij dit had gehoord. Dit was onvoldoende om de rechter te overtuigen.

Het belang van het kind staat voorop

Een ander belangrijke overweging voor de rechter was het belang van de kinderen. Zij wisten niets van de twijfels van de vader of van de procedure rondom de DNA-test. Het hof oordeelde dat een gedwongen DNA-test indruist tegen hun belangen, voornamelijk omdat het verzoek enkel gebaseerd was op een gerucht. Dit laat zien dat rechters niet alleen kijken naar de rechten van de vader, maar ook naar de psychologische gevolgen van een DNA-onderzoek en de uitslag voor het kind.

Wat betekent dit?

Twijfel over vaderschap kent grote emotionele gevolgen , zowel voor de vader als voor het kind. Deze twijfel kan niet zomaar worden weggenomen door een procedure bij de rechtbank. Deze uitspraak laat zien dat een DNA-test niet zomaar kan worden afgedwongen: vermoedens op zich zijn niet voldoende. Er moeten concrete aanwijzingen zijn die de twijfel aan het vaderschap rechtvaardigen. Bovendien staat het belang van het kind altijd voorop. De mogelijke schadelijke gevolgen van een DNA-onderzoek voor het kind, kan aanleiding zijn voor een rechter om de test te weigeren. Het is daarom belangrijk dat ouders zich goed laten adviseren bij twijfels over vaderschap, zodat zij weloverwogen keuzes maken die het belang van het kind in acht nemen.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises bij deze publicatie